× tekst: Mario Soto
muziek: Jorge Caldara
No sabrás nunca sabrás
lo que es morir mil veces de ansiedad.
No podrás nunca entender
lo que es amar y enloquecer.
Tus labios que queman,
tus besos que embriagan
y que torturan mi razón.
Sed que me hace arder
y que me enciende el pecho de pasión.
Estás clavada en mi,
te siento en el latir,
abrasador de mis sienes.
Te adoro cuando estás,
y te amo mucho más,
cuando estás lejos de mí.
Así te quiero,
dulce vida de mi vida.
Así te siento,
sóla mía siempre mía.
Tengo miedo de perderte
de pensar que no he de verte.
¿Por qué esa duda brutal,
por qué me habré de sangrar?
si en cada beso te siento desmayar.
Sin embargo me atormento
porque en la sangre te llevo.
Y a cada instante,
febril y amante,
quiero tus labios besar.
Tus manos desatan,
caricias que me atan
a tus encantos de de mujer.
Sé que nunca más
podré arrancar del pecho este querer.
Te quiero siempre así,
estás clavado en mí
como una daga en la carne.
Y ardiente y pasional,
temblando de ansiedad,
quiero en tus brazos morir.
Jij zult nooit, nee nooit weten, wat het is om duizend doden te sterven van angst
Je zult nooit kunnen begrijpen
wat het is om gek te worden van liefde
Jouw lippen die branden,
jouw kussen die bedwelmen,
en mijn gezond verstand martelen.
Dat verlangen dat in mij brandt
dat mijn borst doet ontvlammen van passie.
Jij staat in mij gegrift,
ik voel je in het kloppen van mijn hart,
omarmende mijn slapen.
Ik adoreer je als je er bent,
en ik hou nog veel meer van je,
als je ver van mij bent.
Zó hou ik van je,
mijn zoete lust en mijn leven.
Zo voel ik je,
alleen van mij, altijd de mijne.
Ik ben bang je kwijt te raken,
en voor de gedachte je niet meer te zien.
Waarom die gigantische twijfel,
waarom zou jij mij pijn doen,
als ik je in elke zoen voel bezwijken.
Dus kwel ik mij,
want ik draag je in mijn bloed.
En op elk moment,
koortsachtig verliefd,
wil ik jouw lippen kussen.
Jouw handen maken liefkozingen los
die me verlegen maken
jegens jouw vrouwelijke charmes.
Ik weet dat ik nooit meer
deze liefde uit mijn borst zal kunnen losrukken.
Zo hou ik altijd van jou,
je staat in mij gegrift
als een dolk in het vlees.
En in vuur en vlam hartstochtelijk,
bevend van angst,
wil ik in jouw armen sterven.